Overslaan en naar de inhoud gaan
#Tax & Legal #Business & International Tax #Belastingen #Dividenden #Aandelen

Het fiscale mijnenveld van de kapitaalvermindering

maandag 27/01/2020
Het fiscale mijnenveld van de kapitaalvermindering

De terugbetaling van het kapitaal van een vennootschap via een kapitaalvermindering is in principe belastingvrij en dus fiscaal interessant. De voorwaarden zijn echter strikt en ze niet naleven, betekent onverbiddelijk een bijkomende belastingheffing. Ook louter fiscale motieven ziet de fiscus liever niet. We loodsen u graag doorheen dit fiscale mijnenveld.

Keuze voor een zuivere kapitaalvermindering

Tot eind 2017 had u bij een kapitaalvermindering de keuze op welk deel van het maatschappelijk kapitaal u de vermindering aanrekende. Fiscaal is enkel de terugbetaling van werkelijk gestort kapitaal belastingvrij. Als alles volgens de regels verloopt en de terugbetaling wordt aangerekend op die werkelijk gestorte inbreng van de aandeelhouders, dan is er sprake van een zuivere kapitaalvermindering waarop geen belastingen verschuldigd zijn. Is niet voldaan aan de voorwaarden, dan gaat het om een dividenduitkering waarop 30% roerende voorheffing verschuldigd is.

Pro rata-regel bepaalt belastingvrijstelling

Het Zomerakkoord maakte een einde aan die keuzevrijheid. Sinds 1 januari 2018 wordt de totale kapitaalvermindering geacht pro rata voort te komen uit gestort kapitaal (fiscaal vrijgesteld), belaste reserves en in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves (belastbaar als dividend). Er zal dus steeds een deel onderworpen zijn aan roerende voorheffing.

Die verhouding wordt als volgt bepaald:

Gestort kapitaal + daarmee gelijkgestelde bedragen

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Teller + belaste reserves + in het kapitaal geïncorporeerde vrijgestelde reserves

De utikomst van deze breuk bepaalt het percentage dat geacht wordt voort te komen uit gestort kapitaal en dus vrijgesteld is van belasting.

Bij deze berekening wordt wel geen rekening gehouden met o.a. de wettelijke reserve ten belope van het wettelijk minimum, de liquidatiereserves en de onbeschikbare reserves voor eigen aandelen.

Wat met de vastgeklikte reserves?

De pro rata-regel uit het Zomerakkoord, geldt echter niet voor de regeling met de ‘vastgeklikte reserves’.

Deze regeling laat toe dividenden uit te keren aan 10% roerende voorheffing indien het netto-dividend geïncorporeerd wordt in het kapitaal.

Indien u deze vastgeklikte reserves minimaal 4 jaar (voor kmo’s) of 8 jaar (voor andere vennootschappen) in het kapitaal behoudt, is de daaropvolgende kapitaalvermindering niet onderworpen aan bijkomende belastingen voor zover ze aangerekend wordt op die vastgeklikte reserves. Fiscaal interessant, maar om alle discussies met de fiscus te vermijden, verantwoordt u uw verrichting best ook met niet-fiscale argumenten.

Kapitaalvermindering na inbreng van aandelen

Voor 1 januari 2017 werd de inbreng van aandelen volledig als fiscaal gestort kapitaal beschouwd. Als de kapitaalvermindering dus betrekking had op aldus gevormd kapitaal, was dit vrijgesteld van belastingen.

Toch houdt de fiscale administratie deze werkwijze met argusogen in de gaten. Vaak zal ze proberen aan te tonen dat de inbreng en de kapitaalvermindering te beschouwen zijn als één verrichting, specifiek bedoeld om de roerende voorheffing op dividenden te ontwijken. Hoewel het Gentse Hof van Beroep de fiscus onlangs ongelijk gaf in een zo’n zaak, is de discussie daarmee niet van de baan. De niet-fiscale verantwoording van een verrichting wordt dus ook hier steeds belangrijker.

Sinds 1 januari 2017 bestaat de inbreng van aandelen in het fiscaal gestort kapitaal slechts uit de aanschaffingswaarde van de ingebrachte aandelen. Bij een latere kapitaalvermindering zal de belastingvrijstelling enkel betrekking hebben op dat fiscaal gestort kapitaal. Als ook de belaste reserves in kapitaal (gevormd door deze inbreng) uitgekeerd worden, is dat een dividenduitkering, waarop 30% roerende voorheffing verschuldigd is.

Onvoldoende cash om uit te betalen

Eens de kapitaalvermindering een feit is, kan het zijn dat de vennootschap onvoldoende cash heeft om de aandeelhouders uit te betalen. Het tekort blijft in dat geval als schuld uitstaan. De vennootschap moet hen daarvoor mogelijks interesten betalen.

Volgens bepaalde rechtspraak zijn deze intresten niet aftrekbaar voor de vennootschap. Ze worden niet beschouwd als kosten om belastbare inkomsten te verkrijgen of te behouden. Opnieuw zal u niet-fiscale motieven moeten aanhalen om de aftrek van deze intresten te verantwoorden.

Kortom, een kapitaalvermindering is slechts onder zeer strikte voorwaarden belastingvrij. De fiscus verwacht bovendien niet alleen dat u de regels naleeft, maar ook dat u dit soort verrichting motiveert met niet-fiscale argumenten.

Overweegt u een kapitaalvermindering? Laat u vooraf goed adviseren. Wij helpen u graag. 

Neem contact op met één van onze experten

An Lettens

An Lettens

Partner Tax & Legal Services

Contact