De circulaire handelt specifiek over de fiscale behandeling van de financiële tegemoetkoming van aangesloten onthaalouders (met inbegrip van betrokken gezinsopvang en groepsopvang die eveneens buitenschoolse opvang aanbieden).
In het kader van de huidige regeling krijgt de aangesloten onthaalouder per dag dat hij/zij een kind opvangt een kostenvergoeding van de organisator van de aangesloten onthaalouders. Deze kostenvergoeding per effectieve opvangdag en per kind is voor de onthaalouder geen belastbaar beroepsinkomen en is aldus fiscaal vrijgesteld. Deze vergoeding wordt geacht uitsluitend de uitgaven voor onderhoud, voeding en behandeling van de kinderen te vertegenwoordigen.
Organisatoren van kinderopvang worden op vandaag door COVID-19 geconfronteerd met een extreme daling van prestaties en met het niet betalen van gezinnen voor afwezigheden. Het besluit van de Vlaamse Regering voorziet daarom een tijdelijke financiële compensatie (subsidie) voor organisatoren van kinderopvang. Volgens dit besluit moeten de organisatoren die werken met onthaalouders in het sociaal statuut van de aangesloten onthaalouders wel aan een aantal strikte voorwaarden voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor de subsidie.
Eén van die voorwaarden is dat zij een kostenvergoeding moeten betalen aan de onthaalouders van 17,50 euro per volledige afwezigheidsdag van het kind. Deze zogenaamde kostenvergoeding wordt dus als compensatie voor de afwezigheidsdagen toegekend. De vergoedingen die onthaalouders ontvangen van de organisator, zijn in principe niet belastbare kostenvergoedingen, voor zover er daadwerkelijk opvang tegenover staat. Vergoedingen die aan onthaalouders worden toegekend voor dagen van afwezigheid, worden in principe beschouwd als een belastbaar beroepsinkomen. Wanneer evenwel een vergoeding van 17,50 euro per volledige afwezigheidsdag aan de onthaalouders wordt toegekend binnen de voorwaarden en omstandigheden zoals bepaald in het besluit, wordt uitzonderlijk aanvaard dat deze vergoeding bij de kinderbegeleiders geen belastbaar beroepsinkomen is.
Deze bepaling is van toepassing op de vergoedingen voor afwezigheidsdagen die vallen in de periode waarin de maatregelen in de strijd tegen het COVID-19 virus van toepassing zijn, zijnde ten vroegste vanaf 14.03.2020 en tot de einddatum die wordt vastgesteld door de overheid.
Tenslotte wat zelfstandige kinderopvang betreft werd in het collectief akkoord aangaande de beroepskosten met de sector een bepaling voorzien die stelt dat de voorwaarde van aanwezigheid van het kind niet geldt gedurende de periode dat de maatregelen in de strijd tegen COVID-19 van toepassing zijn, zijnde ten vroegste vanaf 14 maart 2020 en tot de einddatum die wordt vastgesteld door de overheid. Door deze bepaling kunnen het globaal kostenforfait van 19 euro per oppasdag per kind en het beperkt kostenforfait van 8 euro per oppasdag per kind gedurende de COVID-19 periode toch worden toegepast, niettegenstaande de afwezigheid van het kind.
Vind een antwoord op al uw vragen over deze Coronacrisis in onze speciale FAQ.
Laatste update: 30/04/2020